Bij deze metingen worden twee boven elkaar gelegen testruimtes gebruikt. Als geluidbron wordt een hamerapparaat (tapping machine) op de te onderzoeken vloer van de bovenste ruimte geplaatst. In de onderste ruimte worden de geluidniveaus gemeten.
Als het testobject een vloerafwerkingsmateriaal is (b.v. laminaat, tapijt), dan wordt dit op een gestandaardiseerde 140mm dikke betonvloer aangebracht en wordt de contactgeluidisolatieverbetering van deze vloerafwerking bepaald.
Ook zwevende vloersystemen (b.v. zwevende chape [floating screed]) worden op de betonvloer opgebouwd.
Wanneer het testobject een dak- of andere vloerconstructie is, dan wordt deze opgebouwd in de vloertestopening van 3 x 4 m.