Naast het bestaande sportcentrum-zwembad (1975) van de Wit-Russische architect Isia Isgour wordt een nieuwe sporthal ingeplant. Het nieuwe gebouw heeft een niet-alledaagse vormgeving met drie paraboolgewelven waaronder twee grote sporthallen ondergebracht zijn. Beide sporthallen kunnen opgedeeld worden in drie apart te gebruiken speelvelden.
Centraal tussen beide hallen bevinden zich de inkomhal met cafetaria en lobby, kleedruimtes en bergingen. De centrale lobby biedt uitzicht over beide speelvelden.
Het beglaasde volume vooraan het gebouw bevat de bijhorende kantoren.
De footprint van het gebouw bedraagt 80 op 60m, met een hoogte van 18m in de top van de parabolen. Aangezien beide sporthallen met elkaar in verbinding staan gaat het over een zeer groot volume.
Eén van de grootste uitdagingen naar akoestiek was dan ook het beperken van de nagalmtijd met het oog op een goede spraakverstaanbaarheid en een goed oriëntatievermogen bij het sporten. Bovendien trachten we ook de geluidverdracht tussen beide hallen zoveel mogelijk te beperken. De belangrijkste ingreep hiervoor is de absorberende uitvoering van het plafond: deze bestaat uit een zeer open geperforeerde staalplaat met daarachter een goed absorberend materiaal. Hierdoor wordt ook de mogelijke focusering van het geluid tegengegaan.
Aanvullend op de plafondabsorptie is een belangrijke hoeveelheid absorberend materiaal geplaatst tegen de kopse wanden. Deze onderdrukken mogelijke hinderlijke reflecties.
Naast de ruimte-akoestiek werd ook de nodige aandacht besteed aan het ventilatiegeluid en de geluidisolatie tussen verschillende ruimten onderling.
Zoals de akoestiek, is de daglichttoetreding een zeer bepalend element in de beleving van de sportzaal. Daglichttoetreding zorgt een levendige omgeving en een daling van het energieverbruik voor kunstverlichting. Het geeft ook gedeeltelijk een gevoel van 'buitensporten’.
Het vermijden van verblinding gebeurt door oordeelkundige positionering van de ramen, de plaatsing van een zonneweringsdoek en een tussenschot.
Energetisch optimale benutting van daglichttoetreding gebeurt door een maximale kunstlichtdimming: op bewolkte dagen met een opgetrokken zonnewering, op zonnige dagen ook met gesloten zonnewering.