Het gebouw wordt het hoofdkantoor van een glasfabrikant. In de ontwerpfase werd sterk ingezet op een gedetaileerde analyse van glastypes, daglichttoetreding en zonnewering.
De zonnewering bestaat ook uit kantelbare glazen lamellen met een specifiek printpatroon. Voor het correct toepassen en detailleren van deze zonnewering werd in-situ een proefopstelling gebouwd. Op basis van de resultaten van deze proefopstelling werd de detaillering van de zonnewering verder verfijnd.
Een grondgebonden warmtepomp staat in voor de verwarming, aangevuld met een gasgestookte CV-ketel. Deze warmtepomp staat ook in voor een deel van de koeling en de vrije koeling op de bodem is zo gedimensioneerd dat de bodem op jaarbasis in evenwicht blijft. Een doorgedreven energetische studie zorgt voor het scherpstellen van deze balans.
Als afgiftesysteem wordt er gewerkt met een combinatie van radiatoren, convectoren en betonkernactivering.
Het gebouw is verder uitgerust met PV-panelen op het dak en wordt zo een “Nearly Zero Energy Building”.
Afhangende akoestische baffles zorgen voor een goed akoestisch comfort in de ruimtes. Ze hebben het bijkomende voordeel dat een groot deel van de plafondoppervlakte bereikbaar blijft voor uitwisseling van warmte en koude met de binnenlucht.